Dit beleidsplan geeft het beleid van Stichting Foundations for Farming Nederland weer voor de periode 2024 en 2025. In januari 2026 zal de stichting met een nieuw beleidsplan komen. Het beleidsplan zal wel jaarlijks worden geëvalueerd en indien nodig tussentijds worden aangepast of opnieuw worden vastgesteld.

Een probleem zonder eenvoudige oplossing

De meeste huishoudens in armere delen van de wereld, waaronder Afrika, zijn afhankelijk van kleinschalige, zelfvoorzienende landbouw. Door stijgende bevolkingsdichtheid en afname van bodemvruchtbaarheid is de voedselzekerheid de laatste decennia steeds verder afgenomen. Daarmee neemt ook het gezinsinkomen af zodat bijvoorbeeld schoolgeld niet betaald kan worden. Zo houdt armoede zichzelf in stand over generaties heen.

Hulp vanuit het rijkere deel van de wereld heeft veelal betrekking op noodsituaties als natuurrampen, of veronderstelt eenvoudige oplossingen (“Voor 35 euro per maand heeft één gezin voldoende te eten”). Maar armoede is een langdurig en structureel probleem dat niet met noodhulp of het uitdelen van voedsel of geld kan worden opgelost. In veel opzichten maken deze vormen van hulp het probleem juist erger, omdat een afhankelijkheidssyndroom wordt gekweekt dat de arme bevestigt in het beeld dat hij of zij niet voor zichzelf en de eigen familie kan zorgen. En andersom: het verleidt de helper om zich te verheffen boven degene die geholpen wordt.

Duurzame ontwikkeling van kleinschalige boeren wordt niet alleen beperkt door honger en gebrek aan middelen, maar ook door sociale, culturele en spirituele factoren. Zo worden veranderingen vaak langzaam geadopteerd door invloed van traditie of voorouderverering. Duurzame hulp vraagt om een holistische benadering (waarin alle factoren worden geadresseerd), lange-termijnbegeleiding, en focus op herstel van eigenwaarde.

Jezus Christus is de basis voor de echte oplossing

In de boodschap van het christelijke geloof staat het herstel van relaties centraal. Door de dood van Jezus wordt de relatie van een mens met God hersteld, en wordt deze doordrongen van Gods liefde voor hem of haar. Dit vormt de basis van herstel van andere relaties, met zichzelf (eigenwaarde), met de schepping (rentmeesterschap) en met andere mensen. We volgen het voorbeeld van Jezus, die als niemand anders in nederigheid en onzelfzuchtigheid met anderen omging.

Foundations for Farming is een wereldwijde beweging die gericht is op duurzame armoedebestrijding en ontwikkeling onder agrarische gemeenschappen, op basis van het evangelie. Foundations for Farming (FfF) is in de jaren ’80 van de vorige eeuw ontstaan in Zimbabwe, waar de grondlegger, Brian Oldreive, is begonnen met het op landbouw toepassen van principes die God in de natuur heeft gelegd. FfF helpt boeren om met eenvoudige middelen een goede opbrengst van hun land te krijgen, zonder afhankelijk te zijn van landbouwmachines, kunstmest of bestrijdingsmiddelen, en daarmee van hulp van buiten. Maar FfF gaat verder dan landbouwtechniek: het leert mensen dat ze waardevol zijn als rentmeester van wat God hen in beheer heeft gegeven. Dat is de basis voor herstel op alle terreinen van het leven.

De Stichting Foundations for Farming Nederland is op 20 april 2015 opgericht. Het bestuur van de stichting bestaat uit:  
Michiel Rozema, voorzitter Rene Braakman, bestuurslid
Tim Renger, penningmeester Gerard van der Woude, bestuurslid
Jon Dam, secretaris

In de statuten van de stichting is het doel als volgt geformuleerd:

  1. Het duurzaam verbeteren van het welzijn van mensen en gemeenschappen in ontwikkelingslanden op basis van de principes van Foundations for Farming.
  2. Het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.

 

De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door:

  1. Inzameling van geld onder organisaties en particulieren;
  2. Promotie van Foundations for Farming bij organisaties voor zendings- en ontwikkelingswerk en bij het brede publiek;
  3. Ondersteunen van projecten en werkers die Foundations for Farming toepassen;
  4. Onderhouden van contact met en kennisuitwisseling tussen individuen en organisaties die Foundations for Farming toepassen;
  5. Werving en begeleiding van werkers die zich willen inzetten in projecten gebaseerd op Foundations for Farming;
  6. Bijdragen aan verdere ontwikkeling van Foundations for Farming in nauw contact met de internationale Foundations for Farming organisatie.

De stichting bestaat inmiddels negen jaar. In de beginperiode is vooral gewerkt aan het inrichten van de organisatie, met bankrekening, ANBI status, opbouwen van een donateursbestand en een website. Tussen 2016 en 2019 is er veel energie en tijd gestopt in de ontwikkeling van het FfF-trainingscentrum in Maluwa (Malawi), met vanuit Nederland de daarvoor benodigde fondsenwerving. Vanwege de groeiende geldstroom was het nodig om de financiële administratie en verantwoording te professionaliseren, wat onder meer heeft geresulteerd in een officiële jaarrekening vanaf 2018.

Sinds 2019 groeien de activiteiten van Foundations for Farming Nederland steeds verder. Het trainingscentrum in Maluwa is operationeel en ziet, na de onzekere periode van de Corona-pandemie, een sterke groei in het aantal mensen dat jaarlijks getraind wordt in FfF. Naast Maluwa zijn er inmiddels FfF-trainingscentra in ontwikkeling in Oeganda (Fatherheart Farming) en Suriname (Lob Makandra). In diverse andere landen, zoals Peru, zijn trainingen gegeven en ontstaan mogelijkheden om op termijn trainingscentra te ontwikkelen.

Voor 2024 en verder zijn de volgende speerpunten vastgesteld:

 

Bekendheid van methodiek en visie

Het is belangrijk dat Foundations for Farming meer bekendheid krijgt in Nederland, zowel bij “het grote publiek” als bij organisaties die zich met zending en ontwikkelingswerk bezighouden. Hiermee nemen de mogelijkheden toe om anderen te helpen FfF te gaan toepassen. Groei in het aantal landen waar we actief zijn, betekent natuurlijk dat er meer geld nodig is om alle activiteiten te bekostigen; en daarom zijn er meer donateurs nodig. Maar ook willen we een brede achterban die de activiteiten wereldwijd steunt met gebed en betrokkenheid.

Communicatie is een belangrijk element hierin. We willen de komende tijd werken aan professionalisering van onze communicatie, via website, nieuwsbrieven en social media. We beseffen dat we hiervoor mensen nodig hebben die expertise op dit vlak inbrengen. We organiseren van tijd tot tijd evenementen om te vertellen over FfF, of proberen aanwezig te zijn bij (christelijke) evenementen waar we een groot publiek kunnen bereiken. Voorbeelden hiervan zijn de Pinksterconferentie van Opwekking of de New Wine-zomerconferentie. Ook reiken we uit naar kerken om over FfF te vertellen, maar ook om ze aan het denken te zetten over zorg voor de armen als belangrijk aspect van het christen zijn.

Deze communicatie bestaat niet alleen uit het vertellen van ons verhaal. Met de FfF-moeskuip hebben we een tastbaar concept dat we niet alleen kunnen gebruiken om uit te leggen wat FfF is, maar dat mensen ook helpt om in hun omgeving iets van de FfF boodschap uit te dragen.

 

Maluwa Ministries (Malawi)

Het trainingscentrum in Maluwa is sinds 2019 operationeel en wordt gerund door een team van mensen uit Malawi zelf onder leiding van Midess. Shawa is hoofdtrainer.

We blijven vanuit Nederland betrokken bij het project. De trainers en ondersteunende werkers in het trainingscentrum zullen begeleid blijven worden om het FfF-gedachtengoed uit te dragen. Onze hoop is dat Maluwa Ministries impact zal hebben over een steeds groter deel van zuidelijk Malawi. Vanuit Nederland bemoedigen we het team in Malawi, helpen en coachen we, en dragen we financieel bij.

We zien ook een ontwikkeling naar meer samenwerking tussen de verschillende FfF-initiatieven in Malawi, bijvoorbeeld Foundations for Farming Mzuzu of de Crown Stewardship School in Blantyre. Ook op dit niveau zijn we betrokken.

 

 

 

 

Lob Makandra (Suriname)

In Suriname zijn we in 2019 met FfF gestart via een project onder de Wayana inheemsen die diep in het binnenland wonen. Er zijn een aantal trainers opgeleid die zelfstandig de FfF-aanpak aan hun stamgenoten en andere inheemsen kunnen doorgeven. Vanuit Nederland steunen we dit waar mogelijk, bijvoorbeeld in de vorm van financiële steun voor de vaak dure reizen per vliegtuig naar het binnenland.

Een stuk dichter bij de ‘bewoonde wereld’ rond Paramaribo werken we samen met evangelisch centrum Lob Makandra aan de ontwikkeling van een FfF-trainingscentrum op hun terrein. Vanuit dit centrum willen we trainingen gaan aanbieden aan de verschillende bevolkingsgroepen in Suriname en de regio. Het centrum staat onder leiding van Jennifer Wong Swie San, en ook Serge Andre en Marco Schuurmans zijn betrokken. Via het centrum blijven we ook de FfF-activiteiten onder de Wayana ondersteunen.

 

 

Father Heart Farming (Oeganda)

In Oeganda werken we sinds 2018 samen met Father Heart Farming aan de ontwikkeling van een FfF-centrum nabij de stad Jinja. Father Heart Farming staat onder leiding van Jonathan Musota. Sinds de start zijn er diverse faciliteiten gerealiseerd, zoals een klaslokaal, toiletten en zonnepanelen. Ook hebben we extra terrein kunnen aankopen zodat er een voedselbos kan worden aangelegd. Inmiddels worden volop trainingen gegeven in het centrum.
Vanuit Nederland steunen we dit centrum op diverse manieren, zowel financieel, praktisch, als op het gebied van visie-ontwikkeling. We zien dat het team en het centrum bredere uitstraling krijgt binnen Oeganda en willen waar mogelijk bijdragen aan verdere verspreiding van FfF in dit grote land.

 

 

Nieuwe projecten

We staan open voor nieuwe projecten, zodat we FfF in meer landen kunnen gaan toepassen. Dit kan zowel in samenwerking met andere organisaties zijn als zelfstandig.

In verband hiermee hebben we binnen het Nederlandse FfF-team meer FfF-expertise opgebouwd door het volgen van de leadership-trainingen die door FfF in Zimbabwe worden aangeboden. Hierdoor wordt het voor ons mogelijk om trainingen te verzorgen en nieuwe FfF-initiatieven op te zetten.

Marco Schuurmans fungeert als onze ‘vooruitgeschoven post’ om in verschillende landen FfF te introduceren. Op deze manier zijn er in bijvoorbeeld Peru en Thailand openingen aan het ontstaan om FfF-activiteiten te ontplooien. Voor ieder land is onze aanpak dat we vooral lokaal zoeken naar capabele mensen die de FfF-visie begrijpen en daarmee aan de slag willen. We werken namelijk bij voorkeur met lokale teams om niet langdurig zendingswerkers te hoeven uitzenden.

Op termijn willen we ook inhoudelijk bijdragen aan het concept van Foundations for Farming, met de ervaringen die in de verschillende projecten wordt opgedaan. Onze centra in Oeganda en Suriname bevinden zich in een duidelijk ander klimaat dan zuidelijk Afrika waar FfF vandaan komt, en we doen dan ook kennis op die verrijkend is voor de wereldwijde FfF-beweging.

 

Netwerk

We werken verder aan ons netwerk met andere organisaties die zich richten op duurzame armoedebestrijding in onder meer Afrika, en ook met andere Foundations for Farming-organisaties buiten Nederland. Het doel hiervan is ervaringen te delen en het gedachtengoed van Foundations for Farming te verspreiden. We helpen organisaties die willen beginnen met Foundations for Farming met advies, kennis en contacten.

Ook in Nederland en breder in Europa komt armoede voor. Deze armoede ziet er alleen wel anders uit dan in bijvoorbeeld Afrika. We willen onderzoeken hoe de principes van Foundations for Farming heilzaam kunnen zijn in de aanpak van armoede in Europa. In verband daarmee richten we ons ook op contacten met organisaties die in Nederland vanuit christelijk perspectief met armoedebestrijding bezig zijn. Hiervoor zijn we bijvoorbeeld lid van MissieNederland.

In de afgelopen jaren is ook specifiek een FfF-netwerk opgebouwd binnen Europa. Zo hebben we inmiddels contacten in Engeland, Schotland, Oostenrijk, Duitsland en Zwitserland. Tot nu toe zijn er geen concrete activiteiten voortgekomen uit dit netwerk maar we willen wel kijken hoe we elkaar in Europa vooruit kunnen helpen.

De stichting verkrijgt haar inkomsten voornamelijk uit giften. Daarnaast onderzoeken we mogelijkheden om subsidies te ontvangen en mogelijke andere inkomstenbronnen.

Voor een gezonde organisatie op lange termijn is het nodig om ons bestand van structurele donateurs op peil te houden en uit te breiden. Onze boodschap en ervaring is dat God voorziet in wat nodig is, en daarom vinden we agressieve campagnes voor het werven van nieuwe donateurs niet gepast. We zoeken hierin naar een goede balans, en willen juist ook in fondsenwerving onze visie laten doorklinken. Dit betekent bijvoorbeeld dat we niet kunstmatig noodsituaties formuleren of eenvoudige oplossingen suggereren, maar dat we een eerlijk verhaal vertellen over hoe we met FfF duurzame veranderingen tot stand proberen te brengen.

Voor specifieke doelen doen we aan fondsenwerving onder kerken, bedrijven en fondsen.

Voor de verschillende projecten van de stichting is op langere termijn het streven dat de kosten steeds meer gedragen worden door eigen inkomsten en lokaal draagvlak. Dat is echter niet overal haalbaar: de doelgroep bestaat juist uit mensen die niet over de middelen beschikken om trainingen te kunnen betalen en vaak ook geen contacten hebben met mogelijke sponsoren. Soms levert de landbouwproductie van een trainingscentrum financiële middelen op, maar dat is meestal niet voldoende om alle kosten te dekken. In ieder geval heeft het helpen van armen altijd prioriteit boven het genereren van inkomsten met het trainingscentrum.

Dit betekent dat we voor de verschillende trainingscentra langdurige sponsoren nodig hebben.

 

Beheer en besteding van vermogen

FfF Nederland zal een beperkt vermogen aanhouden, zoals dat redelijkerwijs nodig is voor de uitoefening van de werkzaamheden van de stichting. Het vermogen wordt beheerd door het bestuur. De penningmeester zal het vermogen zodanig administreren dat de financiële situatie steeds kan worden ingezien en kan worden gecontroleerd. Geen van de bestuursleden heeft een meerderheid van zeggenschap over het vermogen van de stichting.

Het beheer wordt gedaan op basis van een jaarlijks op te stellen begroting, die in het bestuur wordt goedgekeurd. De diverse projecten kennen een eigen deelbegroting. Indien nodig en mogelijk, worden begroting tussentijds bijgesteld. Om projecten te kunnen financieren, kunnen reserveringen van ontvangen gelden aangehouden worden. Deze worden vermeld in de jaarrekening van de stichting. Door de stichting worden geen schulden aangegaan. De jaarrekening wordt gecontroleerd en opgesteld door een extern administratiekantoor.

De stichting heeft, per definitie, geen winstoogmerk en streeft ernaar de kosten voor de eigen organisatie zo laag mogelijk te houden. Dit doen we onder meer door als bestuursleden veel voorkomende kosten zelf te dragen, zoals reiskosten naar vergaderingen. Het bestuur van de stichting voert werkzaamheden uit op basis van vrijwilligheid en krijgt daarvoor dus geen vergoeding.

Bij eventuele ontbinding van de stichting, wordt het batig saldo besteed ten behoeve van een Algemeen Nut Beogende Instelling met een soortgelijke doelstelling.